top of page
Foto van schrijverLinde

Muziekschool Of Geen Muziekschool?


Met de verhuis in ’t verschiet en de tijd rijp voor ons oudste kind (tweede leerjaar) om een muziekinstrument te beginnen, zijn we veel bezig met de kwestie van de buitenschoolse activiteiten. Ik wil graag een paar bedenkingen delen en ben benieuwd naar die van jullie.


Noot: dit behoort tot de Levensdomeinen waarover ik van mening kan veranderen. Dus niets staat in steen gebeiteld.


Maar momenteel voel ik er wel steeds meer voor om niet mee te springen op de kar van de buitenschoolse activiteiten.


Toegegeven, het heeft een béétje met mijn rebelse natuur te maken. Als ik ouders om me heen zie crossen als een gek voor een overdosis aan activiteiten, heb ik de neiging om het tegenovergestelde te willen doen.


Je snapt wel wat ik bedoel als je deze passage erop naslaat van het hilarische boek Meneer Stink van David Walliams:




Met een volle kinderagenda zal het ongetwijfeld een uitdaging zijn om het huwelijksvuur levend te houden en niet te verworden tot collega’s-taxidrivers-in-crime.


Waardevol: absoluut


Het is niet dat ik het niet leerrijk vind om die zaken te doen. Integendeel. Ik vind op aarde nagenoeg ALLES leerrijk om te doen (behalve de job van mijn echtgenoot). De beweging die sporten biedt, leren zwemmen, het doorzettingsvermogen en discipline die een muziekinstrument aankweken, het artistieke gevoel aanwakkeren bij tekenacademie, … Waardevol? Zeker, zonder twijfel.


Het gaat me meer om de opportuniteitskost: wat je ervoor moet opgeven.


De basale rust wordt verstoord


Kijk, ik vind vrije tijd voor een kind echt belangrijk. Tegelijkertijd vind ik het ook heel belangrijk om de kinderen te laten helpen in het huishouden. En het academische vind ik niet dermate onbelangrijk dat ik bereid ben het terug te schroeven tot pakweg een uur per dag (we doen altijd school tot de lunch).

Kortom: de dag zit zo al vol genoeg.


En als de kinderen bijvoorbeeld muziekschool doen, moeten ze daar ook dagelijks voor oefenen, en misschien voor studeren en toetsen maken, … als je je kind dan ook nog vrije tijd wil geven, zullen er zeker andere dingen voor moeten sneuvelen die ik belangrijker vind, zoals helpen in huis of voorlezen of gezinsgebed.


Ik las ergens, in een of andere vorm: “niemand heeft het recht om de rust in het gezin te verstoren.” Dat idee sprak me aan. En buitenschoolse activiteiten zijn nogal invasief en plachten de rust in het gezin al eens te verstoren.


Soms denk ik zelfs dat ze de natuurlijke orde in het gezin op z’n kop zetten. Niet het gehuwde koppel staat centraal, de basis van het gezinsleven, maar de kinderen. Alles en heel het gezinsritme is gericht op het brengen en ophalen van de kinderen.


Ik formuleer het nu misschien wat straf. Maar toch... ik geloof ergens dat het moeilijker zal zijn om kinderen hun plaats in het gezin te leren kennen en hun plaats in de wereld als ze overal rondgebracht worden voor leuke en leerrijke activiteiten. Het zal moeilijker zijn om hen te overtuigen dat ze niet het centrum van de wereld zijn (sowieso een aartsmoeilijke opdracht van de opvoeding).


Ik hou van mosterdgeel. Valt het op?


Ik probeer mezelf te verduidelijken. Neem dat je op een boerderijtje woont, en het vele werk van dierenverzorging en voedsel telen en bewaren samen uitvoert als gezin. De drukte die dit met zich meebrengt, lijkt me van een andere aard te zijn dan de drukte die veroorzaakt wordt door een vol programma van buitenschoolse activiteiten. Het boerderijtje brengt het gezin samen, de buitenschoolse activiteiten drijven het gezin eerder uiteen. Dat idee heb ik (onder een ietwat andere vorm) geplukt uit de podcast Till and Keep en ik werkte het verder uit in mijn column over de gezinsboerderij als Gods bedoeling met de mens (upcoming volgende week). De drukte om samen dingen te verwezenlijken heeft het gezin als voorwerp, de naschoolse activiteiten zijn meer gericht op het individuele kind.


(Ik wil niet zeggen dat het slecht is om een individueel kind tot ontplooiing te laten komen. Ik wil ook dat mijn kinderen hun talenten kunnen ontplooien en zo rijk mogelijke vorming krijgen, daarom doen we thuisonderwijs. Maar het moet wel vanuit een juiste ordening gebeuren.)


Individualisme


Dat brengt me bij de volgende bedenking: vele buitenschoolse activiteiten zijn nogal individualistisch van aard. Het gaat om zelfontplooiing en persoonlijk uitblinken in iets. Maar waar ligt de klemtoon op het dienen? Het dienen van God en de maatschappij? In sommige katholieke jeugdbewegingen bijvoorbeeld wel: daar zijn we alvast veel meer fan van!


Voorts lijkt er me onderliggend een verkeerde mentaliteit verbonden te zijn aan de booming business van de naschoolse activiteiten. Met name: we hebben tegenwoordig soms de neiging om onze kinderen voortdurend te willen entertainen en alle momenten leuk en interessant in te vullen voor hen. Het kind als een soort van koning (maar tegelijk brengen we historisch weinig kinderen op de wereld, wel een grappige coincidence).


Ik ben een hevige voorstander van kinderen die zelfstandig spelen, avonturen beleven en zichzelf sociaal reguleren, en daarvoor moeten ze tijd hebben.


Op latere leeftijd


Ander bedenksel: waarom zouden we sommige dingen niet kunnen leren op latere leeftijd?


Nogmaals, het gaat me er niet om dat een muziekinstrument op jonge leeftijd bijvoorbeeld niet waardevol zou zijn, het gaat me erom wat je ervoor moet opgeven. Zal de toekomst van onze kinderen echt verpest worden als ze niet vanaf zes jaar viool leren spelen? Eerlijk gezegd: mijn grootste interesses heb ik allemaal pas na mijn twintigste gekregen; geschiedenis, schrijven, lezen, het geloof.


(À propos, vannacht droomde ik dat ik doctoreerde aan de KU Leuven bij verbintenissenrecht/gerechtelijk recht, wat helemaal niet klopte met onze gezinssituatie omdat ik vier uur per dag thuisonderwijs gaf, dus moest ik dringend mijn ontslag gaan indienen.)


De afgelopen vier jaar hebben we onze kinderen naar de kleuterturnles gebracht. De idee was dat ze op die manier eens in een andere omgeving kwamen, met een andere juf of meester dan mama of papa, en dat ze zo de drempelvrees leren overwinnen om eens tegen kinderen te spreken die ze niet kennen. De conclusie is hier toch dat dat eigenlijk nodeloze moeite is geweest. De dingen die ze daar leerden kunnen ze ook uit zichzelf leren. En op die leeftijd (eerste en tweede kleuterklas) sluiten ze nog geen vriendschappen. We zouden het niet meer opnieuw doen. Bij onze oudste dochter is het een ander verhaal; zij is vorig jaar (eerste leerjaar) op balletles gegaan, en heeft daar wel veel geleerd.


Waarom de kinderen en niet de ouders?


Ik heb me ook al afgevraagd waarom we het eigenlijk zo evident vinden dat het de kinderen zijn die al dit plezants mogen doen, en niet de ouders. Eerlijkheidshalve denk ik dat het vandaag de dag meer de moeders en vaders zijn die een legitieme nood hebben om er tussenuit te knijpen en een hobby te doen… opvoeden is zo’n hels karwei en we hebben zelf ook onze persoonlijke, spirituele, creatieve en vriendschappelijke noden. We snakken naar adem!


Soms vraag ik me af waarom we onszelf het op de hals halen om onze kinderen te voeren naar al die activiteiten, in een tijd waarin er al zo veel verwachtingen zijn voor het ouderschap dat we er geregeld onderdoor gaan in overweldiging. Ik begin te denken dat een strikt minimum aan naschoolse bezigheden een stukje is van de puzzel van een trager leven.


Maar natuurlijk is het mijn ambitie om mijn kinderen een fantastische jeugd te geven. De vraag is alleen: wat is een fantastische jeugd. Misschien komt een stok en een ingebeeld kamp in de tuin meer in de buurt dan vijf namiddagen per week met jiu-jitsu en breiles.

 

Voilà, dit waren mijn bedenkingen. Nu wordt het wel héél moeilijk om volgende week op mijn blog toe te geven dat we onze kinderen hebben ingeschreven voor zeventien buitenschoolse activiteiten die ons toch wel heel waardevol leken.


Tot binnenkort,

Linde

 

210 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven

1 Comment


me.ad
Sep 18

Interessant onderwerp! Ik las jouw blog daarnet, tijdens de dansles van het dochtertje. Door de dansles kon zoon 1 niet heel de namiddag met zijn ridders spelen en heb ik aan zoon 2 zijn dutjesstaking moeten toegeven. Ik zie een mega nadeel van die activeiten zo jong: tijd afnemen van het gezin, ouders spelen taxi en hebben het superdruk.De lijn ligt (in mijn ogen) : tijd voor het gezin samen, en wat daar van afneemt moet het echt waard zijn. Ze hebben alle twee één sportactiviteiten (allebei 45min) en dat lijkt me goed. Ik weet niet hoe mensen het doen met meer dan dat / meer kinderen die een activiteit hebben 😥 En tegelijkertijd, vind ik wel dat het goed…

Like
Post: Blog2 Post
bottom of page