top of page
  • Foto van schrijverLinde

6 Strategieën Om Een Huilbaby Te Overleven

Bijgewerkt op: 10 mrt. 2021

Huilbaby’s… Ik kan ervan meespreken.


Ons volledige verhaal is stof voor een andere blogpost (er zal sowieso een en ander duidelijk worden in de tekst hieronder), ik vat alvast kort even samen:


  • Ik heb er twee gehad, Theodoor (°2019) en Edward (°september 2020).

  • Bij Theodoor duurde de huilbaby-periode van twee maand tot zes maand. Daarna werd hij zonder aanwijsbare reden een vrolijke baby.

  • Bij Edward begon de moeilijke periode al twaalf dagen na de geboorte, en escaleerde die zo mogelijk nog meer. Verbetering sinds hij drie maanden was, maar nu op vijf maanden nog steeds de huilbabyperiode niet volledig achter zich gelaten.

  • Drie hoofdklachten: slecht slapen, huilen overdag als status quo (een heel arsenaal gaande van jammeren tot tieren), onrustig drinken.

  • Diagnose bij allebei grofweg hetzelfde. Samengevat: reflux, krampjes, en een regulatieprobleem (zichzelf niet tot rust kunnen brengen, bij de minste interne of externe prikkel onrustig worden en blijven, als ‘default’ toestand huilen). Ik dacht na de ervaringen met Theodoor dat ik de huilbabyperiode kon toeschrijven aan een emotionele kwetsuur tijdens de zwangerschap, maar die hypothese werd gedeclasseerd bij Edward.

  • De piek van hun huilbabyleventjes waren de zwaarste periodes in mijn leven. Er gingen weinig dagen voorbij dat ik niet zelf ben beginnen huilen uit pure uitputting en wanhoop.

Daarom deel ik graag met jullie zes dingen die mij hielpen om het hoofd boven water te houden.





1. Zoek naar oorzaken, maar met rust


Het is niet meer dan normaal dat je als moeder zoekt naar oorzaken waarom je baby huilt en slecht slaapt. Het is tevens de eerste reactie van iedereen die getuige is van een krijspartij van je kleine: wat heeft die?!


Toch kan het analyseren en zoeken naar oorzaken contraproductief werken. Ik leg zo uit waarom.


Het leven met een huilbaby was voor mij een dynamisch proces van zoeken wat er mis is (waarvan de baby last heeft), naar aanvaarding dat het om oorzaak A en B en C gaat en we niet verder moeten zoeken (we alles gevonden hebben), en weer opnieuw de agitatie dat er toch nog iets moet zijn dat we niet gevonden hebben (bijvoorbeeld een niet vaak voorkomende allergie) en een helse zoektocht als gevolg. Die zoektocht was dan soms vruchtbaar en leverde bijvoorbeeld nieuwe inzichten op, door opnieuw beroep te doen op hulpverleners. Maar op de meeste momenten zorgde die ongeduldige zoektocht er vooral voor dat ik het gedrag van mijn baby niet kon aanvaarden (we MOETEN het immers vinden en ook de oplossing voor ‘het’ probleem). Daardoor verschrompelde mijn laatste hoopje mentale draagkracht.




Na twee huilbaby’s geloof ik dat er in vele gevallen niet ‘een’ sluitende oorzaak te vinden is die alles kan verklaren. En dus ook niet ‘een’ wondermiddel om toe te dienen die alle klachten in een-twee-drie kan fixen. In tegenstelling tot wat sommige blogs en boeken mij wilden doen geloven (en het advies van buitenstaanders). Ik geloof dat er uiteindelijk nog heel veel onverklaard is aan het fenomeen huilbaby.


Zowel Theodoor als Edward hebben mij immers voor raadsels gesteld.


In het begin dacht ik dat ik het allemaal wel goed wist, doordat ik me had bijgeschoold over baby’s en hun slaap. Ik geloofde dat ik moeilijk babygedrag met zekerheid kon toeschrijven aan bepaalde factoren: oververmoeidheid, of juist te veel geslapen, honger, of een onderliggend probleem als reflux of koemelkeiwitallergie. Neem zo’n onderliggend probleem weg (door pilletje of aangepaste voeding of osteopaat) en je baby wordt ‘stuurbaar’, controleerbaar in zijn slapen en welbevinden.


Maar de mijnen hebben mij op zoveel momenten verrast. Toen ik overtuigd was dat het een desastreuze avond ging worden omdat we niet op tijd thuis zouden zijn (immers, Theodoor was een baby die ontroostbaar begon te huilen en niet meer in slaap raakte van zodra hij zelfs maar een kwartiertje later in bed zat dan zijn gewoonlijke wakkertijd), viel hij zonder enige hulp in slaap in de auto. Bij de ziekenhuisopname van Edward had ik de draagzak al meegegeven omdat de verpleegsters hem toch onmogelijk in slaap zouden krijgen ’s nachts (gegeven dat hij al zo slecht sliep thuis bij alle maatregelen die we al namen zoals ruis (white noise), inbakeren, volledige verduistering, een bepaalde manier van in slaap wiegen, …) – en wat gebeurde er: meneer werd enkel wakker voor zijn voedingen en sliep verder de hele nacht. Dit terwijl hij de nacht voordien bij ons rondgedragen moest worden tot 6u30 ’s ochtends door de krampjes, waarna hij pas zelfstandig in zijn wiegje kon liggen (...tot 7u30). Er zijn talloze voorbeelden.


Dat wil niet zeggen dat je niet over bepaalde puzzelstukjes beschikt. Houd daaraan vast. Ik heb bij Theodoor en Edward vaak notities gemaakt met mijn analyse van het probleem op verschillende momenten, zodat ik wist dat we een deel van de verklaring al hadden.




2. Als je als moeder denkt dat er iets niet normaal is, is er iets niet normaal


Sprekend voor mijzelf: ik heb erg veel mentale energie verloren aan constant in twijfel trekken of er iets mis is. Voortdurend pendelen van ‘hier is OVERDUIDELIJK iets aan de hand’ naar ‘misschien is het toch allemaal niet zo erg, je beeldt het je in, je overdrijft, baby’s zijn nu eenmaal zo’. Voortdurend het ene dan wel het andere stemmetje in mijn hoofd. Wat natuurlijk in de hand werd gewerkt door het onverwachte gedrag dat mijn baby’s konden hebben (zie hierboven). Vooral bij Theodoor had ik daar last van:


  • Zoals die keer dat ik verzuchtte tegen de huisarts dat hij zo’n slechte slaper was, op een moment dat hij naast mij aan het slapen was als een steen.

  • Zoals die keer dat Theodoor, die daags ervoor de longen uit zijn lijf had gebruld op een manier waarop je twijfelt ‘m stante pede naar de spoedafdeling te katapulteren, de rust zelve was toen de huisarts speciaal op huisbezoek kwam om hem te onderzoeken. Die arts (een andere dan de eerste) schreef toen op haar doorverwijzingsbriefje ‘geen waarneembare problemen, perfect onderzoek, blaakt van gezondheid’. Ik bedacht me toen dat het eigenlijk een doorverwijzingsbrief voor de psychiatrie voor mij had moeten zijn.

  • Of zoals die keer dat ik ten einde raad en helemaal afgetakeld de spoedafdeling binnenwandelde om de kinderarts te smeken mij TOCH ALSTUBLIEFT TE HELPEN, Theodoor het voltallige verpleegsterkorps verleidde met zijn zorgeloze glimlach en vrolijke speeldrang. (Gelukkig zette hij enkele minuten daarna wel weer zijn keel open…)


Tijdens krijsdagen kon het dan bijna als een soort opluchting voelen, want bevestiging: je hebt je helemaal niks ingebeeld. (Bij Edward hielp het me overigens dat de echtgenoot, voltijds thuiswerkend (en we hebben een open huis) alles vanop de frontlinie meemaakte. Regelmatig bij hem aftoetsen hielp me om de ontwikkelingen zo objectief mogelijk te bekijken.)


Maar toch wist ik eigenlijk in beide gevallen al tamelijk snel dat er iets niet normaal was.


In een artikel over reflux las ik: als je als moeder denkt dat er iets mis is, is er iets mis. Als moeder heb je immers het meest diepgaande inzicht en intuïtie in je baby.


Bij Edward wist ik dat er een onderliggend probleem was en ik stopte het als een mantra in mijn hoofd om daar toch niet aan te twijfelen, maar soms bleef dat moeilijk. Tijdens de ziekenhuisopname van Edward deelde een verpleegster me bijvoorbeeld haar eindconclusie mee: “het is een gelukkige baby”. Zo voelde ik me toen ongeveer:




Maar over deze uitspraak heb ik een vruchtbaar gesprek gehad met een van de oprichtsters van TMT (Tranen met Tuiten, zie verder). Zij drukte me op het hart: “niemand kan jou vertellen hoe jouw baby 'is' dan alleen jij. Zelfs nachtverpleegsters moeten uiteindelijk maar één shift doen. Als een verpleegster 24/24 uur jouw baby zou hebben, en dan nog minstens een week lang, dan zou ze iets kunnen zeggen.”


Buitenstaanders zien momentopnames.


Alleen jij bent dag en nacht bij de baby en bent meest betrokken omdat je gewoon moeder bent.





3. Trek jezelf niet in twijfel als moeder


Een moeilijke. Toen ik hulp zocht bij een gespecialiseerde kinderarts in Brussel – na een nacht van samengeteld vier uur slaap en met het resterende mentale niveau van een schotelvod – en zij me vertelde “je bent een fantastische mama”, ben ik in tranen uitgebarsten.


Onvermijdelijk begin je jezelf immers als oorzaak te zien van ’s baby’s problemen. Komt het door mij? Doe ik iets verkeerd?


Hier wil ik van de gelegenheid gebruik maken om ferm te verkondigen: de baby huilt NIET omdat jij onrustig bent. Overal, werkelijk overal hoor je dit idee onder een of andere vorm. Een gespannen moeder leidt tot een gespannen baby. Baby’s hebben een zesde zintuig en voelen het onmiddellijk aan als er spanning is. Zorg dat je niet onzeker bent want ze voelen dat direct. Impliciet dus: als de baby huilt, komt het door jou.


Ik geloof daar niet (meer) in.


Zowel bij Theodoor als bij Edward te veel dingen gezien die die hypothese uitsloten. Waarom was het huilgedrag van Theodoor op zes maanden ‘plots’ gedaan, waardoor het een echte vrolijke baby werd overdag (en dat is hij tot nu gebleven)? Bij mij was er alleszins niets veranderd. En waarom huilde Edward bij de gezinshulp, die de kalmte zelve was, nog meer dan bij mij?


Er kan minstens een klein extra effect zijn – baby is al onrustig, door alle stress en slaaptekort kan je minder adequaat reageren, daardoor wordt baby nog onrustiger. Maar de voornaamste en initiële oorzaak ligt bij baby zelf. Zo heb ik het altijd ervaren.



Gelukkig trokken de peuters zich absoluut niets aan van het gehuil. Zelfs 's nachts is nooit iemand van hen wakker geworden door de baby.



4. Zoek naar manieren om de vicieuze cirkel te doorbreken


Het fenomeen huilbaby gaat gepaard met allerlei vicieuze cirkels.


Bij mij was dat bijvoorbeeld het slaaptekort dat ervoor zorgde dat de stress van het gehuil zich nog méér op mijn lichaam vastzette, waardoor ik niet meer tot rust kon komen, waardoor ik na enkele weken huilbabyschap niet meer kon inslapen; we deelden de nacht toen op in twee maar tijdens mijn gedeelte kon ik niet slapen. Zo raak je wel héél snel in een straatje zonder einde.


Hoe doorbreek je de vicieuze cirkel? Alle kleine beetjes helpen, maar de echte kantelpunten in onze weg waren:

  • Opname in het ziekenhuis van Edward

  • Twee oudere kinderen die een weekje op vakantie konden

  • Edward voor enkele uren van de dag naar de onthaalmoeder.


Het effect van de ziekenhuisopname was niet te overschatten. Bij thuiskomst leek het alsof onze baby gereset was. En voor onszelf: even (letterlijk) afstand nemen, en vooral zoveel mogelijk slaap inhalen. Spijtig dat we bij Theodoor de stap nooit gezet hebben.


5. Neem contact op met vzw Tranen met Tuiten


Tranen met Tuiten is een vzw die opgericht werd door Jessica en Katrien, mama’s die zelf de ervaring van (meerdere) huilbaby’s hebben gehad. De organisatie wil een luisterend oor en praktische hulp bieden aan ouders met baby’s die veel huilen en slecht slapen.


De gesprekken met hen waren voor mij een grote genade. Ik voelde mij echt ‘begrepen’. Bij het eerste telefoongesprek al voel je onmiddellijk aan dat je spreekt met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. Ze hebben over de dingen waarmee jij nu worstelt veel nagedacht. Kortom: aanrader.



6. Droom een beetje



Een variant van ‘het gaat voorbij’. Die leus hoor je overal, en het is nagels met koppen. Maar bij mij ging die leus er niet goed in (want wannéér gaat deze hel dan voorbij zijn?).


Mijn geestelijk begeleidster gaf me een gouden raad: droom een beetje. Droom van hoe het zal zijn met drie schatten van kinderen, wanneer Edwardje wat minder huilt.


Ik droomde van buiten spelen wanneer het zomer is, met korte mouwtjes (want worstachtige babyarmpjes zijn toch het toppunt van het moederleven), en samen gieren van het lachen met domme moppen van zodra ze zowat de peuterleeftijd hebben. Dromen die intussen al voor een stuk werkelijkheid zijn geworden. Ik heb de voorbije weken echt genoten van het observeren van Theodoor. Die is nu twee jaar en een onovertrefbare ‘leutemaker’ en vrolijkaard, de mensgeworden tegenstelling van de huilbaby die hij vroeger was. Het was voor mij een beetje in de toekomst kijken.


Ja, we steken hem nog steeds in een roze prinsessenslaapzak. Sorry.


Wat hielp bij jullie, liefste mama’s? Heb je ook periodes gehad van erg slechte slaap en moeilijk drinken bij je baby? Hoe heb je die ervaren? Laat het me weten, aarzel niet om contact op te nemen via alle mogelijke sociale media!


Tot binnenkort,

Linde

574 weergaven3 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2 Post
bottom of page